Meteen naar de navigatie Meteen naar de belangrijkste inhoud
Tickets (Opens in a new tab)
Alle magazines

Zwart als rouwkleur: 5 weetjes over de kleur zwart

Zijden corsage, rips, machinaal en handborduurwerk
Zijden corsage, rips, machinaal en handborduurwerk, 1900-15. Collectie MoMu T89/97A. - Halssnoer in geslepen glaskralen, imitatiegit, metaal, 1880-1930. Collectie MoMu T4386
Hugo Maertens

De kleur zwart – dof, glansloos, somber zwart – is de gepaste keuze van kleur voor je rouwkleding op Allerheiligen 1 november. Zwart is al even in onze middens; in donkere tijden is het de verkozen tint. We neigen toch allemaal eerder naar een kledingstuk dat niet te veel blijdschap uitstraalt als we naar begrafenis gaan, is het niet? Eigenlijk zijn we met z’n allen onbewust sterk beïnvloed door een lange historische kledingtraditie. We geven jullie graag een overzicht van 5 wist-je-datjes over de kleur zwart.

De vier fasen van rouw

Rouwen betrok veel regels. In 1876 publiceerde Louis Mercier Le Deuil, waarin vier fasen van rouwen waren beschreven, evenals welke stoffen en tinten moesten gedragen worden. De Eerste Fase duurde een jaar en een dag – gekleed in mat, zwartwollen bombazijn, met een passement van glansloze, zwarte crêpe. De Tweede Fase duurde negen maanden, nog steeds in glansloos zwart, maar minder crêpe. In de Derde Fase werd er gedurende drie maanden zwarte zijdesoorten, zonder crêpe en rouwjuwelen gedragen. De Vierde Fase of halve rouw, duurde zes maanden waarin uiteenlopende soorten zwarte, grijze, witte en lichtpaarse stoffen werden gedragen met rouwjuwelen.

  • Zijden corsage, satijn, katoenen en zijden voering
    Zijden corsage, satijn, katoenen en zijden voering , 1880-85. Collectie MoMu T82/33
    1/4
    Hugo Maertens
  • Zijden corsage, rips, machinaal en handborduurwerk
    Zijden corsage, rips, machinaal en handborduurwerk, 1900-15. Collectie MoMu T89/97A. - Halssnoer in geslepen glaskralen, imitatiegit, metaal, 1880-1930. Collectie MoMu T4386
    2/4
    Hugo Maertens
  • Zijden corsage, taf, katoenen voering
    Zijden corsage, taf, katoenen voering, West-Europa, 1910-20. Collectie MoMu, T94/293. - Hanger met voorstelling van een vogelnest in hoogreliëf, kunststof, 1850-1910. Collectie MoMu S1369
    3/4
    Hugo Maertens
  • Wollen corsage, rips, satijn, katoenen voering met bedrukking
    Wollen corsage, rips, satijn, katoenen voering met bedrukking, 1900-15. Collectie MoMu T89/95. - Halssnoer met hartvormige hanger met hierin een duif, imitatiegit, 1850-1900. Collectie MoMu S2586.
    4/4
    Hugo Maertens

Fouten in kledingkeuzes

Tijdens de rouwperiode verschenen zowel de nabestaanden als het huispersoneel, zowel in het openbaar als binnenshuis, waar de condoleances werden overgemaakt, in matzwart. De last van de rouwvoorschriften lag vooral op de schouders van de vrouwelijke nabestaande en in het bijzonder de weduwes. De gecompliceerde vormvoorschriften van de rouwetiquette veroorzaakten zoveel stress bij de vrouwen uit de middenklasse dat de regels tot vervelens toe werden uitgelegd in vrouwenbladen als English Women’s Domestic Magazine of La Belle Assemblée en in de VSA in Godey’s Ladies Book, en Demorests Monthly. Allemaal publiceerden ze advies en modeplaten in verband met rouwdracht. Vanaf de jaren 1850 prijkte bij die artikels ook verwante reclame. Deze maatregelen werden genomen omdat veel vrouwen schrik hadden om te zondigen tegen de kledingvoorschriften, want ze waren ervan overtuigd dat het hun gezin te schande zou maken.

Artikel over rouwdracht
Artikel over rouwdracht, La Mode Illustrée, 1880. MoMu Archief.
MoMu Antwerp

De weduwnaar

De 19e eeuw was niet de eerste keer dan mannen in het zwart gekleed gingen, en evenmin was het voor de eerste keer dat het een modekleur was voor herenkleding. Eeuwen tevoren al droegen mannen zwarte kledingstukken. Zwart dook steeds opnieuw op in het modebeeld en kreeg telkens een nieuwe betekenislaag erbij. Het gebruik van de kleur werd nog complexer omdat zwart een andere betekenis had voor mannen en vrouwen. Mannelijk zwart was niet hetzelfde als vrouwelijk zwart, en in de besproken periode waren ze elkaars tegenpolen. Bij vrouwen was de kleur bijna uitsluitend beperkt tot rouwdracht of rijkledij. In tegenstelling tot de mannen, bij wie vanaf het midden van de 19e eeuw zwart op maat gemaakte kledij de norm werd in de stad. Het volstond daarom voortaan voor weduwnaars om enkel een zwarte rouwband te dragen, evenals een zwarte horlogeketting en doffe knopen.

A la Grande Fabrique, H. Esders, winkelcatalogus
A la Grande Fabrique, H. Esders, winkelcatalogus, Antwerpen, zomer 1900. MoMu Archief.
MoMu Antwerp

Uitsluiting van de armen

De armen bleven grotendeels uitgesloten van de regels van wanneer ze welke stof moesten aandoen en welke rouwjuwelen. Uit een onderzoek in Lambeth in Zuid-Londen was gebleken dat het gemiddelde wekelijkse gezinsinkomen bedroeg amper een pond. Maud Pember Reeves publiceerde de resultaten in een pamflet getiteld Family Life on a Pound a Week. Hoe ze aan geld zouden komen om überhaupt kleren te kopen, laat staan speciale rouwkledij, was een mysterie. Arme gezinnen beperkten zich daarom ertoe de kleren die ze hadden op de keukentafel te verven in het zwart. Niettemin hadden ze evenveel respect voor hun doden als de mensen in de welgestelde buurten, ook al hadden ze een tekort aan geld.

Titelpagina uit: De Volmaakte Verwer, Alles leerende wat ‘er vereischt word, om alle WOLLEN en ZYDEN, met alle Couleuren, en HOEDEN schoon zwart te verwen
Titelpagina uit: De Volmaakte Verwer, Alles leerende wat ‘er vereischt word, om alle WOLLEN en ZYDEN, met alle Couleuren, en HOEDEN schoon zwart te verwen; Amsterdam 1770. MoMu Bibliotheek.
MoMu Antwerp

De pothoed

Tijdens een begrafenis was voor de naaste familie, naast de rouwmantel, een hoed met hoge bol en brede, neergeslagen rand onontbeerlijk. Hieromheen drapeerde men een rouwband. De aanzegger droeg altijd een hoed met neergeslagen rand, dat deden soms ook de allerbeste vrienden van de overledenen. Maar de rest van de aanwezigen had de hoed rand opgeslagen en al dan niet voorzien van een rouwband. Volgens sommigen was het neerslaan van de hoed rand bedoeld om de geest van de overledenen te beletten om terug te keren. Alleen bij belangrijke of staatsiebegrafenissen werd iedereen geacht met rouwband te komen. Gewoonlijk werd de rouwband op het achterhoofd geknoopt of gestrikt, en hing het uiteinde enigszins over de rand van de hoed naar beneden. De draagwijze kon echter variëren per stad of plaats.

Zijden pothoed, crêpe, zijden voering
Zijden pothoed, crêpe, zijden voering, 1920-30, collectie MoMu T02/6
Hugo Maertens

DEZE TEKST IS GEBASSEERD OP FRAGMENTEN “ZWART ALS ROUWKLEUR”, GESCHREVEN DOOR LOU TAYLOR, GEPUBLICEERD IN “ZWART. MEESTERLIJK ZWART IN MODE & KOSTUUM”.