Dries Van Noten in Miniatuur

Het custom Dries Van Noten-silhouet (schaal 1:3) werd gemaakt door het Antwerpse patroonatelier Trois Quarts. De catwalk-look bestaat uit een jasje in paarse lurex, geborduurd met bronskleurige lovertjes in de vorm van vleugels. Onder het jasje zit een bronskleurige lurex top met daarover een korte witte bustier met cirkelvormige cups. De wijde zalmroze rok kreeg verschillende lagen gefronste tule in beige en wit. De bovenste laag werd bezet met ruitvormige stukjes gefronste witte tule. In de taille zit ook nog een cognacbruine leren riem.

De grootste uitdaging voor atelier Trois Quarts: alle details geloofwaardig namaken op schaal zonder afbreuk te doen aan het fashion-gevoel. Ze bestudeerden daarom de opbouw van het silhouet. Om de juiste materialen te vinden, kregen ze hulp van het atelier van Dries Van Noten zelf. Een exacte replica van het jasje zou te vol en te zwaar worden, daarom werden de pailletten schetsmatig manueel vastgenaaid. Maar vooral voor de rok was het even zoeken. Trois Quarts besliste om de bovenste laag tule eerst te fronsen en er dan een rooster op te tekenen. Vervolgens werd ze in een grote zigzagvorm op een tweede laag tule gestikt. Daarna werden de losse delen voorzichtig ingeknipt.

Met deze miniatuur gaat MoMu terug naar het ontstaan van de pop. Oorspronkelijk was ze namelijk geen speelgoed maar diende ze juist om silhouetten op te presenteren. Vanaf de veertiende eeuw vormden poppen een soort minidefilé op verplaatsing. Ze toonden regionale stijlen - meestal hofkledij - en exporteerden op die manier nieuwe modetrends. In crisistijden dienden ze om de lokale economie aan te zwengelen en nationale trots te etaleren. Zo organiseerde het Syndicat de la Couture Française na de Tweede Wereldoorlog het Théâtre de la Mode: een expo van 237 miniatuurpoppen aangekleed door Parijse couturehuizen. Het modepopje dat in Sapphire House Antwerp opgesteld staat brengt in dezelfde lijn de MoMu-collectie buiten de muren van het museum.